Els van der Luit

Geschreven door Els van der Luit

Kleine momenten van grote waarde voor (taal)ontwikkeling kind

 

‘Juf, juf, ik plas…’ ‘Moet jij plassen? Dan lopen we snel naar de wc. Kom maar.’ Zomaar een interactie tussen peuter en pedagogisch medewerker uit de dagelijkse praktijk. Wat vertelt ons dit korte moment?

Het kind voelt zich veilig, het durft aan te geven dat het moet plassen en zet hierbij de taal in. De pedagogisch medewerker geeft het kind vertrouwen: ze begrijpt wat het kind wil en haakt daarop in. Bovendien geeft zij de juiste zin, de juiste woorden terug, zodat het kind tegelijkertijd de taal leert.

Het lijken kleine momenten, maar ze zijn van groot belang bij de ontwikkeling van het (jonge) kind. Bij de kinderopvang binnen Morgen zijn we hier dagelijks mee bezig en proberen we dit proces zo goed mogelijk te ondersteunen. We bieden het kind een omgeving waarin de zintuigen, motoriek, taal, creativiteit en emoties zich kunnen ontwikkelen. Dit gebeurt vooral spelenderwijs onder begeleiding van goede pedagogisch medewerkers, die sensitief zijn en oog hebben voor de kinderen en hun behoeften.

VE voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar

Bij veel kinderen lijkt de ontwikkeling wel ‘vanzelf’ te gaan. Anderen hebben misschien net wat meer hulp nodig. Voor deze peuters heeft Morgen de voorschoolse educatie (VE). We hebben VE-groepen voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Zij worden door de ouders aangemeld, vaak op aanbeveling van het consultatiebureau (CJG). Achterstand in het spreken van de Nederlandse taal is meestal de aanleiding om het kind aan te melden. Soms zijn er ook andere redenen.

Puk (be)leeft mee

In de VE-groepen draait het om de totale ontwikkeling van het kind, maar de taal krijgt extra aandacht. Er wordt veel gewerkt met het programma Uk & Puk (Zwijsen). Puk is een clownachtige pop die vol overtuiging meeleeft met alle belevenissen van de kinderen op de groep. Puk is een van de peuters.

VE met PukHet programma op de VE-peuteropvang en peuterspeelscholen gaat uit van het aanbieden van heel veel spel, waarbij er volop ruimte is voor de taal. Een boekje lezen, themagesprekjes, een praatje maken in de verschillende speelhoeken… Kinderen leren door de taal te beleven. Daarom wordt er continu met materialen gewerkt die veel en vaak worden benoemd. De woorden zijn niet zomaar aanwezig. De pedagogisch medewerkers kiezen deze zorgvuldig uit en bieden ze op verschillende momenten van de dag aan. De woorden passen bij elkaar binnen een thema.

‘Zweet juf’. ‘Heb je het warm? Puk heeft het ook warm.’ ‘Ja, Puk water.’ ‘Denk je dat Puk wil zwemmen? Dan heeft Puk het niet meer warm. Heeft Puk de zwembroek aan of wil Puk het badpak aan?’ ‘Broek, broek!’ ‘Waar is de zwembroek van Puk?’ ‘Aha, daar is de zwembroek, en nu?’ ‘Puk zwembroek.’ ‘Je kan dat al goed zeg, nu heeft Puk de zwembroek aan.’ ‘In water zwemmen.’ ‘Ja nu kan Puk in het water zwemmen.’

Het kind gaat naar de watertafel en laat Puk zwemmen. Daar liggen ook een handdoek en een leeg flesje zonnebrandcrème. De pedagogisch medewerker laat het kind het spel zelf uitbouwen en observeert. Zij zal later meespelen, maar vooral andere kinderen stimuleren om mee te doen en de woorden warm, zwemmen, de zwembroek en het badpak nog een paar keer te gebruiken. Ook als er later in de gymzaal of op de gang wordt bewogen, worden de woorden weer gebruikt.

‘We doen (net als of) de zwembroek of het badpak aan. We gaan zwemmen (kinderen maken zwembewegingen).’ ‘Oh wat lekker, nu hebben we het niet meer warm.’ ‘Juf, we moeten drogen met de handdoek.’ Dan blijkt dat het woord handdoek ook bij een aantal kinderen is blijven hangen.

Kinderopvang Morgen | voor maatschappelijke kinderopvang

Rijkspel voor meer zelfvertrouwen

Deze manier van spelen noemen we rijkspel. Dit is wat kinderen nodig hebben om de Nederlandse taal te gaan beheersen. Het is een spelvorm die meteen de andere ontwikkelingsgebieden stimuleert. Kinderen die de taal beheersen krijgen de kans om zich meer zelfverzekerd in de Nederlandse maatschappij te bewegen. Meer zelfvertrouwen betekent meer ontwikkelingsmogelijkheden.

De kinderen worden intensief geobserveerd, zodat de pedagogisch medewerkers voldoende kennis hebben over hoe het kind zich ontwikkelt en waar er eventueel extra aanbod nodig is. Elk kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen manier en tempo. Dus in de VE-peuteropvang houden we daar vanzelfsprekend rekening mee. De observaties worden met de ouders gedeeld en –  in overleg met deze opvoeders – ook met de basisschool waar het kind naar toe gaat als het 4 jaar is. Zo werken we aan een ander doel van de VE-speelscholen: een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind zodat deze zo geruisloos mogelijk kan doorstromen naar het basisonderwijs.

Specifieke opleiding

De rol van de pedagogisch medewerker is erg belangrijk in de VE-peuteropvang. Daarom zijn deze medewerkers specifiek opgeleid voor de voorschoolse educatie. Elke VE-peuteropvang heeft een pedagogisch coach, die hen ondersteunt bij het werken met de groep. Deze coach helpt ook bij het maken van plannen om het ontwikkelaanbod goed aan te laten sluiten bij de behoefte van de groep.

Bij Morgen vinden we het belangrijk om actief te werken aan een wereld waarin alle kinderen mogen meedoen. Hoe mooi is het dan, dat deze jonge kinderen hier de kans krijgen om door rijkspel de taal te leren. En dat zij zich op deze manier zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Ook kinderen die in hun taalbeheersing en/of sociale ontwikkeling wat achterstand lijken te hebben, kunnen het vandaag beter doen, zich beter voelen. Daar zullen ze in hun latere (school)loopbaan profijt van hebben.
Niet alleen Morgen vindt dit belangrijk; de gemeenten Rijswijk, Den Haag en Delft hechten hier ook veel waarde aan. Daarom zorgen zij voor (financiële) ondersteuning, de benodigde richtlijnen én de uitdaging voor ons om zo optimaal mogelijk te presteren. Voor morgen en de toekomst van alle kinderen.

Els van der Luit werkt ad interim voor de pedagogische staf van Kinderopvang Morgen