Geschreven door Judith van Veen

Onderwijs en kinderopvang samen in een kindcentrum brengt uitdagingen met zich mee. Kinderopvang Morgen en trainingsbureau Kans2 sloegen de handen ineen met een training op maat. Het doel? De directeur en de unitleiders van het kindcentrum, allen met een onderwijsachtergrond, leren over wat kinderopvang is en biedt.

Hoe Kindcentrum Snijders werkt

KC Snijders in Rijswijk is het eerste volledig geïntegreerde kindcentrum van de samenwerking tussen Kinderopvang Morgen en Lucas Onderwijs. Het biedt voor- en buitenschoolse opvang en basisonderwijs voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Directeur en unitleiders vormen samen het MT van het kindcentrum, waarbij de directeur eindverantwoordelijk is voor zowel onderwijs als kinderopvang.

Een stuurgroep is verantwoordelijk voor de vormgeving en aansturing van het kindcentrum. Aan hen legt het MT van KC Snijders verantwoording af.  Morgen en Lucas hebben elk één persoon aangesteld in de stuurgroep.

Vanuit Morgen verzorgt de roosterexpert nu nog alle roosters en zorgt voor vervanging bij verzuim of verlof. En het servicecentrum van Morgen voert nog allerlei werkzaamheden uit, zoals het financiën, marketing, HRM en plaatsingscontracten. Allemaal zaken waar ‘onderwijsmensen’ traditioneel over het algemeen weinig kijk op hebben.

Een pedagogisch coach van Morgen is werkzaam op KC Snijders. Zij ondersteunt en coacht de pedagogisch medewerkers op de werkvloer, zorgt voor borging van kinderopvang, implementeert pedagogisch beleid vanuit Morgen en zet samen met onderwijs de doorgaande pedagogische lijnen en zorgstructuur uit.

In het kindcentrum zijn verder twee unitleiders verantwoordelijk voor de operationele aansturing van de buitenschoolse opvang. De overige unitleiders sturen het onderwijs aan. Maar deze grenzen vervagen nu elke unitleider ook een domein heeft toegewezen voor het gehele kindcentrum. Bijvoorbeeld voor kwaliteit of marketing.

Om vanuit het onderwijs ook verantwoordelijkheden te krijgen binnen de kinderopvang, kan alleen wanneer je hier voldoende vanaf weet. Het werken met dezelfde kinderen in hetzelfde gebouw is niet genoeg. Er is kennisuitwisseling en samenwerking nodig om dit in goede banen te leiden. Een training is dan zeker zinvol.

Sámen werken

‘De unitleiders voelen de noodzaak om te willen begrijpen hoe we omgaan met de verschillen en overeenkomsten in het onderwijs en de kinderopvang’, legt Hèlen Reumer uit. Zij is transitiemanager bij Morgen en werkt mee aan alle uitdagingen die komen kijken bij de intensieve samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs. Een tijdelijke functie, want zij vertrekt naar een nieuwe uitdaging binnen Morgen, zodra alles binnen KC Snijders op bestuurlijk niveau en op de werkvloer is overgedragen.

‘De unitleiders vonden vooral de wet- en regelgeving van de kinderopvang veel gedoe, omdat ze de link niet konden leggen met het waarom hiervan. Maar voor de uitvoering voor hun functie hebben ze het wel nodig’, blikt Hèlen terug op het afgelopen jaar. ‘Hierdoor merkten we dat zij behoefte hadden om meer te weten wat kinderopvang inhoudt.’

‘Met de training wilden we hen een stevige basis meegeven over het product kinderopvang. Van pedagogische visies tot het leidinggeven aan pedagogisch medewerkers. Wat komt hier precies bij kijken? Zodat met elkaar de vertaalslag gemaakt kan worden naar wat dit betekent voor het kindcentrum.’

Didactiek versus pedagogiek

‘We zijn ons bewust dat er altijd verschillen zullen blijven tussen onderwijs en kinderopvang’, verklaart Hèlen. ‘De BSO moet niet het verlengde van de schoolklas worden. Daar houden we onszelf scherp in. Dus we zoeken samen zoveel mogelijk naar een gezamenlijke visie. Zodat er een goede doorgaande lijn is van formeel leren in de klas en informeel leren op de BSO in de middag. Waarbij er in de klas en op de BSO iets anders wordt aangeboden.’

Aniek Valkenier, staffunctionaris pedagogisch werk & opleidingen bij Morgen: ‘We hebben medewerkers die als onderwijsassistent werken in de klas en ’s middags de kinderen op de BSO ontvangen. Zij hebben dan ook twee petten op en de omgang met de kinderen is dan ook anders. Tijdens schooltijd ligt de focus op leren en zijn er afspraken zoals in stilte werken, een hand opsteken bij een vraag. Op de BSO staat vrije tijd centraal en is er meer ruimte voor de inbreng van kinderen. Voor kinderen heel vanzelfsprekend, voor medewerkers is dit soms schakelen.

Formeel leren in de klas, informeel leren op de BSO

Samen trainen

Wat volgde was een maatwerktraject met Kans2, met onder meer een training van drie dagdelen. Daarin kwamen de belangrijkste basiskenmerken van kinderopvang aan de orde: pedagogische visies, wetten, inzet personeel, GGD-inspecties en interactievaardigheden.

Ook de vertaalslag van kinderopvang naar onderwijs en integraal kindcentrum vond met de groep deelnemers plaats. Er was veel ruimte om, op basis van de theorie, met elkaar in gesprek te gaan. Hoe ziet dit er bij ons uit en wat gaat er nog niet goed? Welke interventies zijn er nodig? Dat zorgde voor co-creatie, eigenaarschap, praktische toepassingen en het beklijven van het geleerde.

Directeur Ivan Trouwborst was een van de deelnemers van de training. ‘Het was fijn dat de training was afgestemd op wat wij als Morgen-unitleiders moesten weten in onze situatie. Daarnaast was de inhoudelijke theorie over pedagogiek en wat er op dat gebied van mij verwacht wordt op de werkvloer heel waardevol. De 50 procent van de kennis die ik hierover miste, heb ik nu geleerd. Zo heb ik veel meer zicht op interactievaardigheden en wat daar allemaal bij komt kijken’, vertelt hij enthousiast.

‘Alle kennis en theorie kom je volop tegen in de praktijk: het begint pas echt na de training. Maar dat blijkt toch altijd lastiger dan je denkt’, vertelt Aniek. Daarom komen de unitleiders in oktober samen om met de trainer een volgende stap te maken. Waar lopen ze tegenaan in hun dagelijkse praktijk? Waarvan hebben ze nog verdere verdieping nodig?

Kortere lijnen

De training heeft niet alleen de kennis over de kinderopvang verrijkt. De verbinding met het onderwijs is zichtbaarder gemaakt en er is meer focus op de interactievaardigheden. ‘We weten nu goed wat er van ons verwacht wordt op het gebied van de kinderopvang en hoe we elkaar hierbij kunnen helpen’, vervolgt Ivan.

‘We spreken inhoudelijk meer dezelfde taal. Hierdoor kunnen we alles specifiek vertalen naar de dagelijkse gang van zaken. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid en visie. Door de training bekijken we wat dat precies betekent voor iedereen. Zowel voor de operationele aansturing als unitleider, maar ook voor de verantwoordelijkheden vanuit de domeinen. Het draagt bij om tot een nog meer integrale aanpak van een kindcentrumdag voor de kinderen te komen. ’Aniek: ‘Ook al is het een hecht team, de training heeft een kickstart gegeven voor meer verbondenheid. Er zijn geen drempels meer en ze durven makkelijker met elkaar te bellen en mailen om te sparren. We merken dat ze elkaar makkelijker kunnen vinden en de juiste ondersteunende afdelingen met elkaar verbinden bij gezamenlijke projecten.’

‘De lijntjes zijn inderdaad korter geworden binnen de gehele organisatie’, vult Hèlen aan. ‘In het MT bespreken we het beleid dat in thema’s wordt vertaald naar de werkvloer. Hierbij denkt onze pedagogisch coach inhoudelijk mee en helpt mee bij het uitwerken van activiteiten en vervolgstappen.’

Aniek vervolgt: ‘Daar betrekken we nu makkelijker de pedagogisch medewerkers en docenten bij. Om een voorbeeld te geven: er komen een paar nieuwe ruimtes vrij. We vragen hen hoe we die ruimtes kunnen gaan invullen. Met welke praktische zaken moeten we rekening houden?’

Didactiek versus pedagogiek in het kindcentrum

Hèlen Reumer en Ivan Trouwborst tijdens de feestelijke ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst op 5 juli 2023.

Een succesverhaal

‘Het succes van KC Snijders komt voort uit grote betrokkenheid en gedrevenheid van de directeur en de unitleiders. Iedereen zit hier vanuit een eigen functie en rol, maar met een gezamenlijke ambitie om het goed te doen’, legt Hèlen uit.

En misschien nog belangrijker, alle neuzen binnen het team moeten dezelfde kant opstaan. Anders zal het niet slagen. ‘Je moet elkaar zien en spreken om te ervaren en voelen hoe belangrijk het is en wat je voor elkaar kan betekenen’, blikt Hèlen terug. ‘Het vergt veel tijd en aandacht om te werken aan de pedagogische lijn, de zorgcultuur, het voedingsbeleid en voldoen aan alle regels en wetgeving. Je heb elkaar echt nodig, het is niet alleen de directeur en de transitiemanager. Het kost veel tijd om alles uit te zoeken, af te stemmen en het beleid te schrijven. Doordat we het team nauw betrekken bij alle plannen, zien we nu wat dat oplevert.’

‘Directeur en unitleiders hebben een duidelijke voorbeeldfunctie, omdat zij de eersten binnen Kinderopvang Morgen en Lucas Onderwijs zijn met een volledig geïntegreerd kindcentrum. KC Snijders ontwikkelt zich goed doordat we snel kunnen schakelen en afstemming zoeken met elkaar. Deze ervaring en aanpak willen we nu delen met andere besturen en kindcentra, zodat zij niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. Zodat zij sneller operationeel kunnen zijn. Daar profiteren de kinderen alleen maar van.’

Lees meer over Kindcentrum Snijders

Met credits voor dit artikel aan KansKwadraat